De Luisterkamer: Mirko Banovic
Een Avond in de Toog met Mirko Banovic: De Luisterkamer als Muzikale Autobiografie
Deze vrijdag was anders dan andere vrijdagen in De Luisterkamer. Tussen 16:00 en 18:00 op Urgent.fm (105.3 FM) zat ik aan de toog van de Gold Listening Bar in Gent met Mirko Banovic – bassist op meer dan 150 releases, sleutelfiguur van de Belpop, en vandaag eindelijk zijn eerste dag off sinds een tijdje. Zijn AC/DC plaat was kwijt, maar zijn verhalen zaten nog helemaal intact.
Wanneer Platen Dagboeken Worden
"Ik ben een rusteloze ziel," vertelt Mirko terwijl hij zijn selectie overloopt. "Ik geniet van creëren en nieuwe projecten opstarten, maar ben nog niet klaar om me in één project te settelen." Die rusteloosheid hoor je terug in zijn platenkeuze – van Tom Zé via Los Pirañas naar Scott Walker, een reis door zijn muzikale DNA met verhalen over Arno, over spelen vanuit liefde, en over die momenten waarin muziek een vorm van trance opwekt.
De avond opent met Tom Zé's "Mà" – een prachtige inleiding tot een verhaal over ontdekking en invloed. Mirko leerde Tom Zé kennen door Arno en kocht daarna alles wat hij van de Braziliaanse experimentalist kon vinden. "Ik hou van die combinatie van Braziliaanse groove, rock en theatraliteit," legt hij uit. Het is geen toeval dat deze keuze de avond opent – Tom Zé was immers een van de centrale figuren van de Tropicália beweging, die eind jaren zestig het Braziliaanse culturele landschap voor altijd veranderde
Van Tropicália naar Trance
Los Pirañas' "Puerta Del Sol" brengt ons naar een andere vorm van muzikale revolutie. De Colombiaanse trio, bestaande uit Eblis Álvarez, Mario Galeano en Pedro Ojeda, heeft sinds 2010 de grenzen van instrumentale Latin tropische muziek verlegd met gedurfde infusies van psychedelica, dub en minimalisme. "Heerlijke frisse take op Cumbia," merkt Mirko op, en hij heeft gelijk – dit is cumbia die door een andere dimensie is gereisd.
We hebben het over die legendarische baslijn van "Oh La La La" en over bands die hun grootste hits altijd laatst op de setlijst zetten. Het publiek wacht daarop, maar soms is het net die verwachting die de magie kan doden. Mirko als bassist begrijpt dat gevoel – hij is degene die de fundamenten legt waarop alles rust.
Charles Mingus' "Pithecanthropus Erectus" markeert een cruciaal moment in ons gesprek. "Mingus als componist, hoe hij jazz, blues en een beetje punk combineerde," zegt Mirko, en je hoort de bewondering in zijn stem. Dit is Mingus op zijn meest experimentele – het titelnummer is een tien minuten durend toongedicht over de menselijke evolutie, waarbij hij collectieve improvisatie aanmoedigt en vrije jazz-elementen mengt met sociale commentaar.
The Left Hand: Bourbon, Campari en Vertrouwen
Tijd voor een cocktail die perfect bij Mirko en zijn platenkeuze past: The Left Hand. 1½ ounce bourbon, ¾ ounce Campari, ¾ ounce zoete vermouth (bij voorkeur Carpano Antica), 3 dashes chocolade bitters, geserveerd met een gebrande kers.
De Left Hand cocktail is een variatie op de Boulevardier, zelf een whiskey-variant van de Negroni. Waar de klassieke Negroni ontstond in 1919 in Florence, is de Boulevardier het geesteskind van de Amerikaanse expat Erskine Gwynne, die in de jaren twintig een literair tijdschrift uitgaf in Parijs. Deze variant met chocolade bitters voegt een extra laag complexiteit toe – net zoals Mirko's muzikale verhaal lagen heeft die pas na jarenlang luisteren volledig openbloeien.
Het Compromisloze Croonen van Scott Walker
Scott Walker's "It's Raining Today" brengt ons naar een van de meest fascinerende figuren uit de popgeschiedenis. "Scott Walker was ook een bassist, maar niet in deze context," merkt Mirko op. "Dit nummer is een klassieke crooner, maar er wringt iets, en ik hou van dat compromisloze, 'ik doe wat ik wil' mentaliteit."
Scott Walker's transformatie van teen-idool naar avant-garde artiest is een van de meest radicale evoluties in de popgeschiedenis. Zijn 1969-album "Scott 3" – waarvan dit nummer afkomstig is – toont een artiest die volledig zijn eigen pad bewandelt, ongeacht commerciële overwegingen[6][7]. "Je voelt hier al dat het een andere kant op gaat," zegt Mirko, en hij heeft gelijk. Dit is Walker op het moment dat hij zijn teen-idool verleden definitief achter zich laat.
Spelen Vanuit Liefde
We hebben het over spelen vanuit de liefde voor het spelen zelf – niet voor roem of geld, maar voor die zuivere vreugde van muziek maken. Mirko wordt vaak gezien als "de bassist van Arno" en hij is daar helemaal blij mee en fier over. "De band was zeer persoonlijk en ze zijn samen blijven muziek maken tot het einde," vertelt hij. "Arno leerde iedereen die met hem speelde dat een liveconcert altijd all-in en met alle energie moet zijn."
Die filosofie hoor je terug in alles wat Mirko doet. Als bassist op meer dan 150 releases heeft hij altijd die grondhouding behouden – niet de spotlight zoeken, maar de basis vormen waarop anderen kunnen schitteren.
Vreemde Figuren, Boeiende Verhalen
Swans' "Screen Shot" brengt ons bij een interessante observatie. "We stellen vast dat vreemde, ietwat onvoorspelbare of moeilijke figuren zoals de norse en moeilijk zanger van Swans, ook vaak de boeiendste zijn," zegt Mirko. Het is een inzicht dat veel zegt over zijn eigen traject – de interessantste muziek komt vaak van mensen die niet proberen aardig gevonden te worden.
De avond sluit af met D'Angelo's "Playa Playa" – een nummer dat voorafging aan "de dood van D'Angelo", zoals Mirko het noemt. "Voodoo" (2000) was D'Angelo's meesterwerk, maar het kostte hem bijna zijn gezondheid. Het album wordt gekenmerkt door losse, achter-de-beat grooves en een live, organisch gevoel dat revolutionair was in R&B[4]. "Een plaat die niet in een hokje te vatten valt en die steeds weer blijft verrassen," zegt Mirko. "Ook weer een vorm van trance die wordt opgewekt, zoals zoveel van de tracks die we hoorden deze Luisterkamer."
De Kunst van het Luisteren
Wat deze luisterkamer bijzonder maakt, is hoe elke platenkeuze een hoofdstuk vertelt uit Mirko's muzikale autobiografie. Van de Tropicália-activisme van Tom Zé tot de experimentele cumbia van Los Pirañas, van Mingus' avant-garde jazz tot Walker's compromisloze kunst – elk nummer opent een ander venster op wat het betekent om een leven lang muziek te maken.
"Koken op de manier die ik het liefst heb lijkt erg op een live performance," zei Kobe Desramaults een maand geleden in deze zelfde ruimte. Voor Mirko geldt hetzelfde voor muziek maken – routine is iets dat hij zoveel mogelijk probeert te vermijden. Het vakmanschap zit hem in de vingers, maar die onzekerheid over 'of het goed genoeg is' blijft bestaan. En misschien is dat precies wat goede muziek goed maakt – die spanning tussen kunnen en durven, tussen traditie en experiment.